De zes doorbraakprojecten biobased bouwen zien de ondersteuning van de provincie Zuid-Holland als een enorme stimulans om door te pakken. ‘De subsidie maakt het voor ons eenvoudiger meer mensen aan het werk te zetten en te versnellen’, zegt Remko Roest van Tomatenloof Verbindt.
Behalve Tomatenloof Verbindt ontvangen de Stro Inblaascoalitie, Stadsgrond, Wilgen in Business, Coöperatieve hub verzelverwerking en het Biobased Teststraat Consortium financiële ondersteuning van de provincie, en inhoudelijke ondersteuning vanuit het Vernieuwersnetwerk Biobased Bouwen Zuid-Holland.
Tijdens de presentatiebijeenkomst op 9 januari kregen de partijen in verdiepingssessies al tal van suggesties en handreikingen voor hun projecten rond biobased plaatmaterialen, certificering, productiefaciliteiten en het hoger verwaarden van reststromen.
Versnellen
‘Wij hebben een hoge ambitie en een toffe samenwerkingsvorm’, zegt Remko Roest van het project Tomatenloof Verbindt, dat met vier ketenpartners reststromen uit glastuinbouw inzet voor het maken van interieurbouwplaten. ,,Wij zijn heel blij dat het project ook wordt gedragen door de provincie Zuid-Holland. De subsidie maakt het voor ons eenvoudiger meer mensen aan het werk te zetten, klanten bekend te maken met ons product en het project te versnellen. Het is een enorme stimulans.’
Voor Joost van der Waal van de Stro Inblaascoalitie is de steun echt een doorbraak: ‘Als kleine aannemer is het onmogelijk om een inblaasmachine te kopen en te laten zien dat het echt kan. Dankzij deze steun kunnen wij zelfs twee inblaasmachines kopen! Maar we beginnen met een exemplaar. Deze gaan we benutten om te testen en om uitvoerders, directies en architecten te laten kennismaken met deze manier van isoleren. Ook gaan we mensen opleiden. Straks kunnen collega’s de machines lenen, zodat we uiteindelijk 4500 huizen per maand van stro-isolatie kunnen voorzien.’
Erkenning
Stadsgrond maakt van grond uit de stad bouwstenen voor de stad. ‘De locatie, de gemeente, partners en de reststromen hebben we in beeld’, zegt Georges Taminian. ‘Deze erkenning als doorbraakproject geeft ons in een keer veel meer slagkracht. En het geeft gewicht binnen de gemeente om financieel mee te denken. In de zomer bouwen we een kleine fabriek die als visitekaartje dient, en daarna gaan we opschalen. We gaan het gewoon doen!’
Sanne Mylonas vertelt enthousiast over de coöperatieve vezelverwerkingshub; een productiefaciliteit, waarin het hele proces van vezelverwerking tot biobased (af)bouwplaten plaatsvindt. ‘Door de subsidie kunnen we hele concrete stappen zetten, waardoor de doeners aan de slag kunnen gaan. Dit hadden we anders nooit in dit tempo kunnen doen. We zijn er heel dankbaar voor. Ook de verbinding in dit netwerk tussen beleid en doeners is heel fijn. Het helpt enorm.’
Experimenteren
Martijn Plomp: ‘Wilgen bieden perspectief als teelt op natte veengronden en we willen de wilgentenen benutten als bouwfundament voor lichte of tijdelijke woningbouw. Daarvoor moeten we de technische mogelijkheden onderzoeken. De subsidie maakt het ons makkelijker om te experimenteren. Te beginnen met een proefveld met verschillende soorten wilgen in Zegveld dat we in maart gaan aanleggen. Ook bestendigt het de samenwerking tussen de ketenpartners. En deelname aan het Vernieuwersnetwerk helpt ons om met meer mensen grotere stappen te maken.’
Voor het Biobased Teststraat Consortium betekent de erkenning als doorbraakproject ‘letterlijk dat we de handschoen kunnen oppakken’, zegt Tessa Bloembergen. ‘We kunnen nu kennis en faciliteiten rond materiaal, testen en certificering in beeld brengen en ontsluiten voor producenten en gebruikers. Certificering is nu telkens beperkt per project en is een lang en duur proces. Dat gaan we anders doen.’
Grote bouwopgave
Gedeputeerde Meindert Stolk feliciteerde de projecten. Hij wees op de rol van de provincie om de juiste partijen bij elkaar te brengen in een netwerk om versnelling en opschaling voor elkaar te krijgen. Er ligt immers een grote circulaire opgave en een grote bouwopgave. ‘Er zijn niet alleen nieuwe producten, maar ook andere manieren van (ver)werken en andere systemen nodig om stappen te kunnen zetten in het biobased bouwen. Als provincie hebben we een rol om systeemverandering voor elkaar te krijgen en af en toe een financieel zetje te geven om voor doorbraken te zorgen.’
De provincie Zuid-Holland heeft de ambitie om tussen 2022 en 2030 250.000 woningen te bouwen. Eén van de manieren om te bouwen met een lage milieu-impact is door biobased bouwmaterialen te gebruiken. Daarnaast biedt dit kansen voor de tuin- en landbouwsector omdat gebruik wordt gemaakt van lokaal hernieuwbaar materiaal.