Circulaire vernieuwing: ‘Juridisch is al veel mogelijk’

Eigenaarschap, voortgezet gebruik, het ontdoen van, einde afvalstatus, grijs gebied. Woorden die veel aan de orde kwamen tijdens onze netwerkbijeenkomst op 17 januari over Wetten voor de kringloop. We gingen dieper in op de uitdagingen en kansen voor circulaire economie – met name voor de doorbraakprojecten rond bermgras en bagger – binnen de huidige wet- en regelgeving. ‘Maak dit niet het belangrijkste. Er is al veel mogelijk’, aldus de inleiders.

Ruim 50 mensen van gemeenten, provincie, ministeries, waterschappen, omgevingsdiensten, juristen en ondernemers gingen hierover in het Meetinghouse in Dordrecht met elkaar in gesprek, na inleidingen vanuit verschillende perspectieven. De juiste bewoording en de interpretatie ervan doen ertoe, zo blijkt.

Rollen en schuren

Voorafgaand aan de inleidingen gaf procesbegeleider Lidwien Reyn mee: ,,We hebben antwoorden en doorbraken nodig om onze ambitie naar een circulair 2050 vorm te kunnen geven. Samen zetten we onze tanden in de uitdagingen. Die uitdagingen zijn niet alleen maar inhoudelijk het gaat ook over onszelf en hoe we met anderen omgaan. Vanuit dezelfde ambitie maar werkend vanuit een andere rol gaan we nu een fase in waarin het gaat schuren. Dat noemen we in netwerkopbouw de fase van de uitdaging. En daar zijn we als Vernieuwersnetwerk Natuurlijke reststromen aan toe.’’

Rechten voor dummies: hoe zit het in elkaar?

Eveline Bakker vertelt dat CircuLaw de transitie naar een circulaire economie wil versnellen door meer en beter gebruik te maken van bestaande wetgeving. In 2024 zet de organisatie onder meer in op het thema natuurlijke reststromen. ,,Onze boodschap is ‘Yes We Can’. Met drang en dwang kun je al veranderingen realiseren. Soms niet juridisch dekkend voor 100 procent, maar dat is geen probleem als je helder hebt wat de gevolgen zijn’’, zegt ze.
Het beleid voor veilige en hoogwaardige verwerking van afvalstoffen in Nederland is opgenomen in het Landelijk afvalbeheerplan (LAP3). Dit wordt dit jaar opgevolgd door een Circulair Materialenplan (CMP1). Eveline vertelt dat de status van het CMP zwaarder wordt dan LAP3.
Ook komt er een nieuwe Europese verordening voor bouwproducten. ,,Dat is goed nieuws, want er komt meer speelruimte en producteisen met een hoog ambitieniveau voor circulaire economie.’’
Tip van Eveline: ,,Wacht niet te veel op ontwikkelingen. Ga op zoek naar juridisch instrumentarium. Dat is te vinden.’’

Afval of geen afval? That’s the question bij verwaarden van natuurlijke reststromen

Astrid Franke is senior juridisch adviseur milieu bij provincie Zuid-Holland; het bevoegd gezag als partner in de circulaire economie. ,,Daarin moeten we een goede balans vinden’’, stelt ze. ,,Europees en internationaal afvalstoffenrecht is de basis. Er gaat goud geld om in de afvalbranche. Wij willen milieucriminaliteit voorkomen. Daarom willen we van afval altijd weten waar het is en wat er precies mee gebeurt; ook in verband met de bescherming tegen vervuiling en bescherming van de meest kwetsbaren buiten Nederland die slachtoffer worden van afvaldumping.’’

Ze licht de nuances toe aan de hand van het meststoffenstroomschema. Mest- en bouwstoffen (steenachtige materialen) zijn wel afvalstoffen (als de eigenaar er zich van wil ontdoen), maar kunnen ook worden benut als mest- of bouwstof. Het afvalstoffenrecht is dan niet van toepassing. Het wordt dan gezien als bijproduct onder voorwaarden, zoals zekerheid over gebruik en dat het kan worden gebruikt zonder verdere aparte behandeling, de stof wordt geproduceerd als integraal onderdeel van het productieproces en het niet gevaarlijk is voor mens en milieu.
Europa en de rijksoverheid c.q. het bevoegd gezag moeten aan de slag om criteria op te stellen voor de status Einde Afval, ook voor grote stromen, stelt Astrid.

Voortgezet gebruik biedt volgens haar te veel ruimte voor precedentwerking en misbruik. ,,Er kan veel meer dan je nu denkt, maar rechtszekerheid en rechtsbescherming moeten er zijn. Wij geloven wel in het stroomlijnen van vergunningprocedures. Die procedures zouden toegankelijker, overzichtelijker, duidelijker en meer helder moeten zijn.” Astrid geeft mee: ,,Wacht niet op Den Haag of Brussel, maar kom het antwoord opeisen. Zet ons aan het werk. Trek aan ons jasje.’’

Joke Teeninga, jurist van Rijkswaterstaat, geeft aan dat de nieuwste Europese Kaderrichtlijn, artikel 6, een lidstaat de mogelijkheid biedt om een Einde Afvalstatus te definiëren.

Doorbreken met nieuwe grondstoffenketens in de regio Rijnland

Met ambitie en idealisme ondernemen met bermmaaisel wordt bemoeilijkt doordat we er het woord afval voor gebruiken, terwijl het een grondstof is, betoogt Richard Liebrechts van Grondstoffen Collectief Nederland. Hij wil het fundamenteel anders doen in denken en organiseren. Richard zet twee modellen naast elkaar. Het huidige systeem met een areaaleigenaar, beheer van groen, contractaannemer, afval, je ontdoen bij een erkende verwerker en winst. Ten opzichte van gebiedsontwikkeling, gezamenlijke doelstellingen, circulaire economie, bermgras als grondstof, kansen voor ecologie en economie.
,,Kunnen we voor ons doorbraakproject niet simpelweg beginnen met gebiedsontwikkeling en beleid? Ik heb grondstoffen nodig, zoals bermgras die in mijn gebied groeien. Dan heeft het geen afvalstatus meer.’’

‘Afval is gedrag’

Ellen Verkooijen, juridisch beleidsmedewerker circulaire economie bij de gemeente Amsterdam, gaat in op het Voortgezet gebruik. Om met recht naar een circulaire economie te komen is maatwerk nodig. ,,De fase van voortgezet gebruik is de fase waarin je een grondstof kunt gebruiken nog voordat het afval wordt genoemd. Deze fase moeten we benutten. Voortgezet gebruik is bijvoorbeeld aan de orde wanneer een materiaal dat voorheen als afval werd behandeld, waarvoor tegenwoordig een gebruikstoepassing is gevonden. Het gebruik van materiaal moet zeker, rechtmatig, en voldoende hoogwaardig zijn. Dan hoef je het niet als afval te bestemmen. Het is afhankelijk van de waarde die het kan hebben.’’
Voortgezet gebruik staat in beleid (Leidraad ‘afvalstof of niet-afvalstof’). ,,Dus begin met die leidraad. Echter, het is nu een individuele beoordeling per instantie/ambtenaar en vraagt tijd, lef, kennis en een vernieuwende blik.’’
Het ministerie van I&W komt met een nieuwe handleiding ‘afvalstof of niet-afvalstof’.

Na de vier inleidingen gingen we op zoek naar helderheid over ieders meningen en gevoelens, over achterliggende motivaties en vooronderstellingen, en over hoe het nu echt zit in de afvalstoffen- en meststoffenwet. Lees hier het volledige verslag met de discussies en de presentaties.

Delen:

Gerelateerde artikelen

Verkenning naar verwerkingshubs

In een verkenning naar verwerkingshubs is gekeken hoe verwerkers en makers in Zuid-Holland elkaar kunnen versterken om meer organische reststromen op een duurzame, hoogwaardige, meervoudige

Vind initiatieven of zoek in ons netwerk.

Deze website maakt gebruik van cookies